Deze pagina is gebouwd op 09/26/2024 17:50:39 met de export van 09/26/2024 15:04:48
9
0
0
0
0
28
4
0
0
0

Het programma omvat 2 onderdelen:

  • 4a. De zorg van de gemeente voor milieu en duurzaamheid;
  • 4b. De transitie naar een fossiel vrije en klimaatneutrale energievoorziening.

4a. Milieu en duurzaamheid

In 2024 staan we voor grote duurzaamheidsopgaven: de aarde warmt op, de biodiversiteit neemt drastisch af en de leefomgeving van mensen overal ter wereld staat onder druk. Dit is grotendeels het gevolg van menselijk gedrag en de hoeveelheid grondstoffen die we gebruiken voor producten, diensten energie en voeding – de milieudruk die daarmee gepaard gaat over schrijdt stelselmatig de grenzen van wat de aarde aankan.
Het programma Milieu & Duurzaamheid heeft zich daarom ook in de afgelopen jaren ontwikkeld van een -traditionele - sectorale bescherming van het milieu naar een meer integrale bescherming. Vanuit de traditionele milieuaspecten zoals bodem, geluid, lucht, geur, trillingen, energieverbruik, veiligheid en natuur, naar een uitgebreider en integraal advies op het gebied van “duurzaamheid”. Dit begrip is niet meer weg te denken in het programma en het gemeentelijk beleid.  

Een belangrijk aspect dat steeds meer aandacht krijgt is hoe we ervoor kunnen zorgen dat ons land bij geopolitieke verschuivingen minder afhankelijk is van andere landen voor de levering van grondstoffen. Daarvoor is de omslag naar een 'circulaire economie' nodig. Hierbij gaat het erom om via het grondstoffengebruik bij te dragen aan de klimaatopgave, de biodiversiteitsopgave, het creëren van een schoon milieu en een veilige en schone leefomgeving en het bijdragen aan de leveringszekerheid van grondstoffen. In een circulaire economie zijn vrijwel alleen herbruikbare primaire, secundaire en duurzame biogrondstoffen in omloop. Producten worden binnen gesloten kringlopen geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd. Zodoende wordt de waarde van grondstoffen, materialen en producten zo lang mogelijk behouden, waardoor er bijna geen afval meer is.

Een goede ontwikkeling is dat wij - steeds meer en in een eerder stadium – worden betrokken bij de verschillende plannen, gebiedsontwikkelingen en ambities. De centrale vraag daarbij is – naast advies over de bescherming tegen de milieugevolgen, ook vaak “hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit plan duurzamer kan”? Wat zijn de juridische (on) mogelijkheden, hoe kunnen we inwoners, bedrijven en ontwikkelaars stimuleren om te kiezen voor duurzamere alternatieven, zonder dat we ze belemmeren en te veel regels opleggen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat initiatieven “groener” kunnen? Er wordt van ons verwacht dat we samen met de verschillende vakafdelingen (groen, bouwen, beheer openbare ruimte, economie, mobiliteit, klimaatadaptatie, om er maar paar te noemen) invulling geven aan wat er nu wordt verstaan onder “duurzaam” en “circulair”.  Op de verschillende terreinen gebeurt er onder de noemer van deze begrippen al heel veel. Met de vakafdelingen werken we in 2024 naar een verdere uitwerking van het op te stellen/opgestelde "duurzaamheidskader".  

Dit alles doen we in samenwerking met veel partijen, intern en extern. We werken nauw samen met onze verbonden partijen: de Omgevingsdienst IJsselland en Circulus. Daarnaast voeren we ook werkzaamheden uit in samenwerking met de Stichting Ulebelt, het Duurzaamheidscentrum, vrijwilligers en bedrijven. 

4b. Energietransitie

Het programma omvat de overgang naar een toekomstbestendige, fossielvrije en klimaatneutrale energievoorziening in Deventer. De belangrijkste onderdelen in deze transitie zijn het verlagen van het fossiele energieverbruik en het vergroten van de lokale duurzame opwek van energie. Hiermee wordt de CO2-uitstoot door de energievoorziening gereduceerd en wordt bijgedragen aan het beperken van de klimaatverandering.
Randvoorwaardelijk voor de energietransitie is een toekomstbestendige energie-infrastructuur. Daarbij gaat het o.a. om voldoende netcapaciteit, een goede netinpassing, slim koppelen van vraag en aanbod van energie en energieopslag.

De opgave van een toekomstbestendige energievoorzieningen is breder dan alleen een klimaatthema. Het gaat ook om de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de energievoorziening voor bewoners, bedrijven en mobiliteit. Daarmee is energietransitie ook een maatschappelijke en economische factor van belang. Dit geldt voor bestaande woon- en werkgebieden en nadrukkelijk ook bij nieuwe ontwikkelingen zoals nieuwbouw en de transitie in het landelijk gebied. Dat maakt dat het programma energietransitie is verweven met de andere programma’s. De doelstellingen kunnen alleen worden gerealiseerd samen met bewoners, bedrijven en onze gebiedspartners.
Betrokkenheid en participatie van bewoners en andere belanghebbenden in de energietransitie is daarmee essentieel.

De doelstellingen en activiteiten in het programma worden in grote mate bepaald door de verplichtingen uit het Klimaatakkoord, Klimaatwet en de RES West-Overijssel. Deze worden in de Deventer context en in samenhang met andere opgaven opgepakt. Dit is uitgewerkt in het Energieplan Deventer dat in 2023 is geactualiseerd maar kon nog niet worden verwerkt in deze begroting.